dinsdag 12 september 2023
Allereerst: dé camino bestaat eigenlijk niet. Zoals wel vaker voeren veel wegen naar – in dit geval – Compostela: de Camino Francés, de Camino del Norte langs de kust en vanuit zowat elke grote stad nog eentje. Al die Caminos de Santiago zijn populaire wandel- en fietsroutes. Valencia, Alicante en Cartagena zijn – onder andere – vertrekplaatsen.
Andere opties zijn de zogenaamde caminos naturales of natuurlijke paden, die eeuwenlang gebruikt zijn om simpelweg van a naar b te stappen en de opgewaardeerde spoorlijnen van de Vías Verdes zijn altijd een goede mogelijkheid. Spanje kent vanzelfsprekend ook het netwerk van de groteroutepaden.
De GR zijn – net als bij ons – de lange wandelroutes. GR staat hier voor senderos de gran recorrido en de rood-witte aanduidingen zijn universeel. Elke GR is minstens 50 kilometer lang.
De geel-witte aanduidingen van de PR (senderos de pequeño recorrido) geven kortere wandelroutes tussen 10 en 50 kilometer aan.
Lokale wandelingen worden gebundeld onder de groen-witte aanduidingen van de senderos locales (SL) en variëren tussen 5 en 10 kilometer. Wandel je door en rond één plaats, dan volg je wellicht best de rood-gele strepen van de SU of senderos urbanos.
Staan beide kleuren horizontaal, dan loop je goed. Zie je een extra pijl onder de kleuren, sla dan af in die richting. Gekruiste strepen betekenen dat je de foute kant uit gaat.
Terug naar de Costa Blanca. De 753 meter hoge Montgó zakt hier de zee in en behoort tot dezelfde bergketen die op de Balearen weer boven water komt. Ibiza is op (heel) heldere dagen zelfs zichtbaar.
Het Parque Natural del Montgó is een 2117 hectare klein maar rijk wandelparadijs dat tussen Dénia en Jávea ligt. Er vertrekken uit Denia alleen al zes routes met verschillende moeilijkheidsgraad. Die staan allemaal goed en duidelijk aangegeven. De beklimming tot de top is een stevige halve daguitstap maar je kan rustig opbouwen want de tocht naar de molens neemt bijvoorbeeld amper een uurtje in beslag.
Op de top van de Montgó geniet je van een schitterend uitzicht op de Golf van Valencia, de Peñón de Ifach, de haven van Xábia en misschien dus ook Ibiza.
De kalkstenen Peñon de Ifach is de meest herkenbare uitkijktoren die de Costa Blanca rijk is. Het tot natuurpark uitgeroepen gebied van 45 hectare krijgt jaarlijks zowat 125.000 wandelaars op bezoek en dat is terecht. De heen-en-terug-wandelroute (2 uur in totaal) loopt door een tunnel en is na een tijd gesloten te zijn opnieuw helemaal toegankelijk.
Het eerste stuk stap je over een mooi pad. Let op het zoutmeer en de misschien aanwezige flamingo’s. Halfweg doemt de tunnel op en steekt de route een tandje bij. Het pad door de tunnel vraagt je aandacht en een touw wijst de weg. Ook aan het eind van deze tunnel is er licht en het geitenpaadje naar boven voert langs afgronden en schitterende vergezichten. Bij de splitsing kan je kiezen voor het uiterste, verste punt in zee of steiler omhoog naar de top. Elke keuze is goed.
In het Spaans klinkt het beter – la Catedral del Senderismo – en deze geweldige cirkelvormige tocht van net geen 14 kilometer is ook echt de moeite. Dit is avontuur van de bovenste plank, rotsachtig en steil, met de kracht van water als een soort blauwe draad doorheen het decor. Je doorkruist het ravijn van de hel (l'Infern) tot twee keer toe.
Geen paniek. De route is aangegeven als PR-CV 147 en dus is verloren lopen lastiger dan op het juiste pad blijven. De weg uit de hel is verzekerd. Niet dat het de dingen echt makkelijk maakt want hier begin je beter niet te ongeoefend aan. De Moren bouwden weliswaar zowat 6000 treden in het landschap maar hoe je het ook draait of keert, die stap je één voor één op en af.
Deze kindvriendelijke, lokale en toch ook spectaculaire wandeltocht start in Benissa. Je vertrekt langs de N332 nadat je naast Bar Frau parkeerde. De nieuwe ‘Pont del Quisi’ is een spoorwegbrug zoals je ze in oude westerns ziet en een eyecatcher tijdens deze wandeling. De trein tussen Alicante en Denia rijdt er overheen dus stap er zelf vooral onderdoor.
De Moli del Quisi waarnaar de wandeling genoemd is, is een oude watermolen en het keerpunt van deze route, die je vervolgens terug richting het stadje stuurt. Benissa is sowieso een aangename plek en het einde van de route biedt voldoende mogelijkheden om daarvan te genieten.
Deel via
Spanjaarden houden van lekker eten en ze doen dat graag buitenshuis. Korte cafébezoekjes en lange tafelsessies wisselen elkaar af en ‘even binnen en…
Lees meerNee, echt. Spanje werd in 2019 nog uitgeroepen tot het gezondste land ter wereld en hoewel dergelijke rangschikkingen voor interpretatie vatbaar…
Lees meer